27 december 2025

Levensverhaal van Truus

Mijn levensverhaal met God

Ik ben geboren in 1947. Mijn vader was net terug gekomen uit Duitsland, waar hij als dwangarbeider moest werken aan een stuwdam. Hij hoorde bij de vele Rotterdamse mannen die met een grote razzia zijn meegenomen om in Duitsland te werken. Mijn moeder was in de hongerwinter vanuit Rotterdam naar Friesland gelopen omdat hier bijna geen eten meer was. Zij hadden al verkering met elkaar en nu konden ze trouwen en een nieuw leven beginnen in een klein huisje dat ze een aantal jaren moesten delen met mijn oma. Ik ben als eerste geboren met na 2 jaar nog een zusje en de derde kwam 10 jaar later.

Ik groei op als een kind dat weinig vriendjes en vriendinnetjes heeft. Mijn ouders gaan naar de kerk, ze geloven in God en ik geloof dus ook in God. Ik denk er niet veel over na, maar het is gewoon zo. Ik ontdek dat suiker lekker is. Ik snoep steeds uit de suikerpot en na een poosje ook uit de boterpot. Wat mijn moeder ook zegt, ik doe het gewoon toch. Totdat mijn moeder zegt: Maar ook als ik er niet ben, toch ziet God je wel. Ik heb het daarna nooit meer gedaan. Niet uit angst, maar meer uit respect voor God.

Op de kleuterschool vind ik het niet leuk. Ik moet matjes vlechten terwijl ik daar blijkbaar nog te klein voor ben. De juf besteedt meer aandacht aan de drukke kinderen dan aan mij.

Ik ga ook mee naar de kerk. De woorden van de dominee gaan over mijn hoofd heen. Ik verveel mij en ga met mijn benen wiebelen en op het horloge van mijn vader zitten kijken.  

Af en toe gaan mijn zusje en ik naar de zondagsschool. Met kerst krijg je dan een boekje en wat lekkere dingen. Hoe vaker je komt, hoe dikker het boekje. Ik krijg Voetstapjes in de sneeuw. Ik vind het saai en mijn moeder gaat het ruilen. Ze brengt Julia en het toversteentje mee, een zendingsverhaal. Ik vind het prachtig.

Op de Lagere school krijgen we bijbelse geschiedenis en worden alle bekende verhalen uit de bijbel verteld. Iedere week moeten we een psalmversje uit ons hoofd leren, uit de berijmde psalmen die in de kerk gezongen worden. Ik heb ook een repertoire dat ik iedere avond in bed zing. Eerst de gewone liedjes, daarna de geestelijke liedjes. Op nummer 1 staat het lied: Roept uit aan alle stranden. Zelf ben ik me niet eens goed bewust van de betekenis van het liedje.

Daarna naar de MULO, we krijgen weer bijbelse geschiedenis. Er wordt nooit gesproken over je persoonlijke relatie met God. Maar ik  begin nu wel na te denken. Uiteindelijk wordt mijn vaste avondgebed vervangen door een persoonlijk gebed. Sommige dingen lijken niet meer te kloppen. Ik ga naar de jeugdvereniging en naar catechisatie. Ik heb nog steeds niet veel vriendinnen. Ik ben te stil en serieuzer dan veel anderen.

Op een dag vraagt een ouderling uit de kerk in de jeugdgroep of er mensen zijn die af en toe op de markt willen staan in een kraam waar bijbels worden verkocht. Ik meld me aan. We staan met een stand op de Hoogstraat, vlak naast de notenkraam. De geur van noten doet mij vaak terug denken aan die tijd. In die kraam verkopen ze niet alleen bijbels maar ook grammofoonplaten. Er is niet veel keus: Black Gospel of Zingende Zusjes. Ik laat liefst de Black Gospelplaat draaien, die andere plaat is voor een jongere als ik not done. En verder zijn er de boeken. Die hebben vooral mijn aandacht. Zendingsverhalen, boeken over de Heilige Geest en over mensen die genezen worden, net als in de tijd van Jezus. Ik wil ze allemaal lezen, of kopen. Dat betekent dat ik diep van binnen ook niet meer dezelfde ben en zodoende heb ik nog meer dingen die ik niet met anderen kan delen.

Mijn vriendin uit de straat neemt mij een keer mee naar een dienst van Youth for Christ in Blijdorp. Het is een enthousiaste dienst waarin je gevraagd wordt om je leven aan God te geven en te kiezen voor Jezus. Dit is iets nieuws voor mij. Moet ik nu iets kiezen voor wat ik in wezen al gekozen heb? Ik ben nooit bij God weggelopen, moet je dan ook kiezen? Ik twijfel, nee ik ga niet naar voren, dat is niet nodig. Maar als ik thuis kom denk ik, maar als ik het nu wel had moeten doen? Dus die avond besluit ik om het nog maar een keer definitief tegen God te zeggen dat ik mijn leven aan Hem geef.

In mijn kerk is het gewoon om eerst de catechisatielessen te volgen en dan belijdenis van je geloof te doen. Op een bepaalde leeftijd hopen je ouders dat dat zult doen. Je bevestigt daarmee je doop als kind. Maar ik twijfel. Als ik belijdenis doe moet ik dan ook voor deze kerk kiezen? Stel dat ik naar een andere kerk wil. Totdat de dominee mij bevestigt dat ik alleen voor God kies. Dus dan doe ik belijdenis in de kerk.

Ik krijg ook last van angsten, fobieën. Ik praat er niet over. Ik heb toch het idee dat iedereen alles gek vind. Later blijkt dat ik niet de enige ben. Maar het heeft wel heel veel strijd en moeite in mijn leven gebracht. Het enige wat het heeft opgeleverd is dat ik zelf meer begrip heb voor anderen die worstelen met dingen die niemand begrijpt.

Nadat we getrouwd zijn komen mijn man en ik in het zondagsschoolwerk terecht. De meeste kinderen die komen zijn uit de omgeving. We hebben een paar klasjes en de meerderheid van de kinderen is van Antilliaanse of Surinaamse afkomst. Soms heb je onverwachte gebedsverhoringen. In de klas van de oudste kinderen hadden we een gebedsboek gemaakt.

Zij mogen onderwerpen aandragen, maar ook zelf bidden. Op een dag bidden we voor een groepje kinderen die ergens in Nederland gegijzeld zijn. Natuurlijk zijn wij niet de enigen die daarvoor zijn gaan bidden, maar toen thuis gekomen horen we dat de kinderen vrij zijn. Als er op een gegeven moment niet meer genoeg leiding is en ik het idee heb dat niemand zich interesseert voor ons, zeg ik tegen God: Als U nu niets doet, stop ik er ook mee! Wat gebeurt er? God is niet boos, maar de eerstvolgende zondag staan er 5 mensen voor de deur en kunnen we gewoon doorgaan.

In die tijd is er ieder jaar een One-Way-Day. We besluiten er naar toe te gaan met nog een ander stel. Op die dag wordt er aandacht besteed aan bekering en vervulling met de Heilige Geest. Vervulling met de Heilige Geest is het onderdeel wat mijn aandacht trekt, zeker door de boeken die ik daarover gelezen had. Maar ik durf niet naar voren te gaan toen dat gevraagd werd. Totdat mijn vriendin opstaat en ik gewoon met haar meega. Er wordt voor ons gebeden, maar ik ervaar verder niets, want eigenlijk wil ik ook wel in tongen kunnen spreken. Ik krijg wel de indruk dat ik moet blijven vertrouwen. Een paar jaar later lees ik een boek waarin het ook over spreken in tongen gaat. Een advies uit het boek is, dat je ook gewoon kan beginnen met spreken. En zo simpel is het voor mij geweest, het gaat vanzelf. Ik ben volwassen gedoopt in 1983, in Curaçao, maar dat is weer een ander deel van mijn levensverhaal.

Hoe versta je de stem van God? Een van de eerste keren dat ik me daarvan bewust word is, als ik op mijn bed zit na te denken. Ik denk aan alle dingen die niet kloppen. De ene kerk zegt dit, de andere zegt dat. Plotseling, dwars daar doorheen, komt opeens de gedachte:

JA, MAAR JE MOET NAAR MIJ KIJKEN!

En dat is het antwoord waar alles mee begint .

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *